Samenvatting strafrecht - Issue? Wat is de vraag? Rule? Welk artikel heb je nodig? Wat zijn de - Studeersnel (2024)

Samenvatting van beginselen strafrecht. Met voornamelijk de rule's uitgewerkt.

Vak

Beginselen strafrecht (R_BegstrR)

997Documenten

Studenten deelden 997 documenten in dit vak

Universiteit

Vrije Universiteit Amsterdam

Studiejaar: 2023/2024

Geüpload door:

kl
Vrije Universiteit Amsterdam

0volgers

1Uploads0upvotes

Aanbevolen voor jou

  • 37Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse Strafrecht Hoofdstuk 1- 16Beginselen strafrechtSamenvattingen99% (223)
  • 57Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht mr. M.J. Kronenberg en mr. B. de Wilde - Hoofdstuk1 t/m 16Beginselen strafrechtSamenvattingen96% (54)
  • 35Leerdoelen Strafrecht 2018 (uitgeschreven)Beginselen strafrechtSamenvattingen100% (10)
  • 29Samenvatting - leerdoelen beginselen strafrechtBeginselen strafrechtSamenvattingen100% (5)
  • 35Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht samenvatting H1-H7 - Beginselen StrafrechtBeginselen strafrechtSamenvattingen100% (4)

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

Issue?Wat is de vraag?Rule?Welk artikel heb je nodig?Wat zijn de vereisten van het artikel?Application?Pas de rule toe op de casusConclusion?Wat is de conclusie?Blauw: opsporing, dwangmiddelenGeel: noodweer en noodweerexcesOranje: formele en materiële vragen, beslissing en motivering vonnis, eindonderzoekGroen: algemene begrippenRoze: medeplegen en medeplichtigheid

Materieel strafrecht: strafrechtelijke aansprakelijkheid (inhoud van het strafrecht)Formeel strafrecht: procedures die moeten worden gevolgd om iemand strafrechtelijk aansprakelijkte houdenSanctierecht: voorwaarden waaronder straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer wordengelegdOnderdelen van een strafbepaling: - Delictsomschrijving: welke gedraging strafbaar zijn - Kwalificatieaanduiding: de aard van de handeling door de wettelijke benaming, “wordt als schuldig aan...” - Strafbedreiging: een straf die in verhouding staat met de ernst van het delictMisdrijf: altijd subjectief bestandsdelen en objectief bestandsdelen (boek 2)Overtreding: alleen objectief bestandsdelen (boek 3)Materieel delicten: het strafbare gevolg, doodslagFormele delicten: beschrijven de gedragingen dat strafbaar is, stellen de handeling strafbaar (hoe hetis gepleegd), diefstalCommissie: echte gedraging uitoefenen strafbaar gesteld, doodslagOmissie: niet handelen strafbaar gesteld, nalaten hulpverlenenGronddelict: staat niks verzwarend of verlichtend uitGekwalificeerd delicten: - Strafbaar feit met strafverzwarende omstandigheden - Diefstal met geweldDoor het gevolg gekwalificeerd delict: - Geen opzet of schuld hebben aan het teweeg brengen van het gevolg maar zorgt wel voor een hogere straf - Intreden van het gevolg is strafverzwarend - Zware mishandeling -> leid tot dood als gevolgeGeprivilegieerd delict: - Strafbaar feit waarop, gelet op de specifiek omstandigheden van de dader, een lagere straf is gesteld dan het gronddelict - Kindermoord door de moeder na de geboorte gepleegd uit vrees voor ontdekking -> lagere straf dan gewone moord

Voorwaarden voor strafbaarheid: 1. Menselijke gedragingen  personen  fysiek gedragingsbegrip (daad strafrecht)  moeilijk los te zien van opzet of schuld  fysieke aspect niet op de voorgrond 2. Wettelijke delictsomschrijving  Legaliteitsbeginsel: vastgesteld in de wet  Juridische duiding van de menselijke gedraging (bestandsdeel) 3. Wederrechtelijkheid  In strijd met het objectieve recht (geschreven of ongeschreven regels)  Wordt in beginsel verondersteld aanwezig te zijn (element)  Tenzij: rechtvaardigingsgrond 4. Aan schuld te wijten (verwijtbaarheid)  Element  Verwijtbaarheid: toerekening van het feit aan de dader  Schuldbeginsel: geen straf zonder schuld  Wordt in beginsel verondersteld aanwezig te zijn (element)  Tenzij: schulduitsluitingsgrond (ontoerekeningsvatbaarheid, stoornis)Beslissingsmodel en einduitspraken, Structuur van strafbare feit: 1. Is het ten laste gelegde feit bewezen? a. Zo ja, ga naar vraag 2. b. Zo nee, vrijspraak (art. 352, lid 1 Sv) 2. Is het feit strafbaar? a. Zo ja, ga naar vraag 3. b. Zo nee, OVAR (art. 352, lid 2 Sv) 3. Is de dader strafbaar? a. Zo ja, ga naar vraag 4. b. Zo nee, OVAR (art. 352, lid 2 Sv) 4. Welke sanctie dient te worden opgelegd? (art. 351 Sv)

Opzet in de wet: - Opzettelijk (willens en wetend handelen) - Oogmerk (stelt wil dader voorop, doel) - Wetende dat, wist, wetenschap (het weten van het opzet centraal) - Ingeblikt (kan niet anders dan opzettelijk bijv. dwingen, opruiing, mishandeling)Opzet is gericht op alle bestanddelen die volgen na het woord “opzettelijk”Bestanddelen waarvan niet hoeft te worden bewezen dat de verdachte daar opzet op had  Leeftijd, indien het feit de dood ten gevolge heeft, (strafverzwarende omstandigheid)Boos opzet: gericht op het overtreden van de wet/ normKleurloos opzet: het opzet blijft beperkt tot de bestanddelen van de desbetreffendedelictsomschrijving -> uitgangspunt NederlandGradaties van opzet:Dolus directus: zuiver of vol opzet - Direct gericht zijn op een bepaald gevolg - Gehandeld naar een primair doel - Willens en wetens handelen - Nadruk op wil - Kan oogmerk bewijzenDolus indirectus: noodzakelijkheids- of zekerheidsbewustzijn - Gevolg is niet primair gewild, maar wel het noodzakelijke gevolg van zijn handelen - Kan oogmerk bewijzenDolus eventualis: voorwaardelijk opzet of kansopzet -> Hiv arrest - Ondergrens van opzet - Volstaat als bewijs van ‘opzettelijk, ‘wetende dat’ en ingeblikt opzet - Het bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kansDoleuze delicten: subjectieve bestandsdeel opzet

Culpa (schuld)Gradaties van culpa: - Roekeloosheid - Bewuste schuld  verdachte had wetenschap van het mogelijke gevolg van zijn handelen, maar hoopt op een goede afloop  gevolg niet aanvaard en niet gewild - Onbewuste schuld  Verdachte was zich niet bewust van de mogelijke gevolgen van zijn handelen, waar hij dat wel had moeten zijnCulpoze delicten: wederrechtelijk, verwijtbaar bestanddelenCulpoze delictsomschrijving: subjectieve bestandsdeel culpaVerschil opzet en culpa:Het verschil is wil, gevolgen aanvaarden of niet

Culpa (schuld) Rule:Culpa = verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid 1. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid (objectieve zijde) = de verdachte had anders moeten handelen 2. Onvoorzichtig = is het gedrag onvoorzichtig  In strijd met normen, zorgplichten, voorschriften  Ook wel: is het gedrag wederrechtelijk 3. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid = had een normaal redelijk denkend mens het beter gedaan (culpa lata)  Factoren: hoeveelheid normen, ernst normen, garantenstellung, (on)geoorloofd risico 4. Verwijtbaarheid (subjectieve zijde) = de verdachte had anders kunnen handelen  Is in beginsel gegeven, tenzij er sprake is van een schulduitsluitingsgrond

Medeplegen, Rule:Artikel 47 lid 1 sub 1 SR= .Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:1°. zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;Is hier sprake van medeplegen?De wet geeft geen beschrijving van medeplegen. Daarom kijk ik naar het arrest : Overzichtmedeplegen (r.o.3).Medeplegen = voldoende nauwe en bewuste samenwerking (r.o.3.). 1. Accessoriteit -> er is daadwerkelijk overgegaan tot een strafbaar feit, een poging tot een strafbaar feit of voorbereiding van een strafbaar feit 2. Nauwe samenwerking (objectieve deel) a. Substantiële/wezenlijke bijdrage  Daadwerkelijk mee geholpen  Materiele of intellectuele bijdrage van voldoende gewicht b. Gezichtspunten  Gezamenlijke uitvoering (gelijktijdig op dezelfde plaats en plek het strafbare feit gepleegd) -> in de regel  Geen rol in gezamelijke uitvoering  Compensatie vereist : bijv. grotere rol in voorbereiding  Gebruik van factoren uit r.o.3.2.  Bijzondere motiveringsplicht rechter: wezenlijke bijdrage 3. Bewuste samenwerking = dubbel opzet (subjectieve deel) a. Opzet op het medeplegen i. Vol opzet of voorwaardelijke opzet b. Opzet op het gronddelict (opzettelijk aanvaard van het gevolg) i. Opzet volgt het opzet van het gronddelictii. Delictsgedraging, aard van het delict

Is er sprake van een vooropgezet plan? Ja -> geen voorwaardelijk opzet uitwerkenOogmerk -> vol of zuiver opzetMedeplichtigheid: - Art. 48 SrBijzondere deelnemingsvormen - Door 2 of meer verenigde personen - Opruien tot geweld - Behulpzaamheid bij zelfdoding - Deelneming aan een criminele organisatie - Deelnemer - Afbakening met medeplegen - Bevorderen of vergemakelijken door een ander begaan misdrijf - Geen gezamenlijke uitvoering - Art. 49 Sr.: Lagere strafbepaling, 1/3 lagerVormen van medeplichtigheid: 1. Gelijktijdige (simultane) medeplichtigheid (Art. 48 sub 1 Sr)  Zij die opzettelijke behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf. 2. Voorafgaande (consecutieve) medeplichtigheid (art sub2 Sr)  Zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf.  Zowel actief (door handelen) als passief (door nalaten).

Noodweer:Strafuitsluitingsgrond -> rechtvaardigingsgrond  Neemt de wederrechtelijkheid wegAls wederrechtelijkheid een element is:Geslaagd beroep op rechtvaardigingsgrond (noodweer) neemt de wederrechtelijkheid weg. Hierdooris het antwoord op de vraag: ‘is de verdachte strafbaar?’ -> nee. Hij heeft niet wederrechtelijkgehandeld -> Dus OVARAls wederrechtelijk een bestanddeel is:Geslaagd beroep op rechtvaardigingsgrond (noodweer) neemt de wederrechtelijkheid weg. Hierdooris het antwoord op de vraag: is het ten laste gelegde feit bewezen? -> nee. -> Hij heeft nietwederrechtelijk gehandeld -> Dus vrijspraakRechtvaardigingsgrond: - Noodweer - Overmacht als noodtoestand - Bevoegd ambtelijk bevel - Wettelijk voorschrift - Ontbreken materiële wederrechtelijkheid (buitenwettelijk)

Noodweer -> artikel 41 lid 1 1. HR overzichtsarrest, r. 3. Voldaan aan de eerste 3 eisen van noodweer 1. Lijf = lichamelijke integriteit  Onder omstandigheden: beperken bewegingsvrijheid 2. Eerbaarheid = seksuele integriteit (zedendelicten)  Niet: goede naam (bijv. belediging) 3. Goed = eigendom  Dus geen rechten (bijv. huisrecht of auteursrecht)  Een illegaal goed is niet uitgesloten  Eigen of andermans 2. Hr overzichtsarrest, r. 3. Ogenblikkelijke aanranding:  Op het moment van de aanranding  Al sprake van bij een onmiddellijk dreigend gevaar  De enkele vrees voor zo’n aanranding is onvoldoende 3. Hr overzichtsarrest, r. 3. Wederrechtelijke aanranding = in strijd met het (on)geschreven recht Tegen een rechtmatige aanranding is geen verdediging toegelaten  Rechtmatige inzet dwangmiddelen (politie)  Geen noodweer op noodweer 4. Hr roverzichtarrest, r. 3. Noodzakelijke verdediging = subsidiariteitOntrekkingsvereiste: had de verdachte zich aan de situatie kunnen/moeten onttrekken? Alternatieven beschikbaar? -> Tweestapstoets: 1. Had gekund = reële en redelijke mogelijkheid  Kan niet onttrekken als je opgesloten of vast gehouden wordt 2. Had gemoeten (gevergd = reëel alternatief)  Hoedanigheid: bijv. opsporingsambtenaar

Noodweerexces -> 41 lid 2 1. Hr overzichtsarrest, r. 3. Voldaan aan de eerste vier vereisten van noodweer 1. Zijn of andermans lijf eerbaarheid of goed 2. Ogenblikkelijke aanranding 3. Wederrechtelijke aanranding 4. Noodzakelijke verdediging (subsidiariteitsvereiste) 2. Hr overzichtsarrest r. 3.6 en r. 3. Proportionaliteitsgrenzen overschreden = verdacht heeft disproportioneel gehandeld  Er is dus niet voldaan aan het vijfde vereiste van noodweer Vormen (r. 3.6) Sub a: verdachte gaat verder dan geboden  Intensief exces = zwaarder middel dan nodig Sub b: noodzaak tot verdediging bestaat niet meer  Extensief exces = verdachte gaat te lang door  Tardief exces = aanval is reeds geëindigd als de verdediging begint 3. Hr overzichtsarrest, r. 3.6 en r. 3. Dubbele causaliteit De hevige gemoedsbeweging is veroorzaakt door de aanranding De grensoverschrijding is het onmiddellijke gevolg van de hevige gemoedsbeweging  Factoren:  De mate van grensoverschrijding  Aard en intensiteit hevige gemoedsbeweging

Art. 27 Sv lid 1Vereisten art 27 lid 1-verdachte: 1. Degene te wiens aanzien (individualiseerbaar) 2. Strafbaar feit (concretiseerbaar) 3. Feiten en omstandigheden (objectiveerbaar) 4. Redelijk vermoeden van schuld (objectiveerbaar) -> HR Stormsteeg + Hollende KleurlingRechtmatigheid van het dwangmiddel: - Door wie: wie is de bevoegde autoriteit? - Wat: welk specifiek dwangmiddel? - Tegen wie/wat: wie of wat is het object van onderzoek? - Wanneer: onder welke voorwaarden/in welke gevallen? - Waarom: met welk doel? - Hoe lang: welke duur? - Hoe: welke formaliteiten?  Alle wetten benoemen wat erin staatStrafvorderlijk legaliteitsbeginsel Strafrechtelijk legaliteitsbeginsel

  • Artikel 1 Sv
  • Strafvordering heeft alleen plaats op dewijze bij de wet voorzien
  • Wetten toepassen, welkebevoegdheden heeft iemand?
  • Grondslag voor strafvorderlijk optreden
  • Verwijst naar de wet in formele zin
  • Artikel 1 Sr
  • Geen feit is strafbaar dan uit kracht vaneen daaraan voorafgegane wettelijkestrafbepaling
  • Grondslag voor strafbaarstelling
  • Verwijst naar de wet in materiële zin

Kwalificatieverweer (is een verweer die de rechter wilt overtuigen dat het bewezenverklaarde nietonder een wettelijke delictsomschrijving valt)  Situaties waar strijd is met hogere regelgeving  Verandering wetgeving - Absolute strafrechttheorie (retributieve theorieën/ vergelding theorieën) = leed toevoeging, vergelden van schuld. (nadeel: het biedt geen hou vast hoeveel leed er moet worden toegevoegd voor gelding) - Relatieve theorieën (utilistische theorieën/ doeltheorieën) = straffen voor een bepaald doel, op de toekomst gericht (nadelen: bestraffing kan tot ongelijkheid lijden) - Verenigingstheorieën: combinatie van beide, straf moet vergelden en proportioneel zijn, maar ook preventie (nadeel: blijft ontwikkelen)  In NederlandSancties: straftheorieën

  1. Vergelding
  2. Speciale en generale preventie
  3. Resocialisatie
  4. Veroordelen van het gedrag
  5. Opsluiting, c. tijdelijke verwijdering uit de maatschappijStap 1:
    • Art 404 Sv
    • Misdrijf = boek II
    • Overtreding = Boek III  Benoemen !!!Stap 2:
    • Misdrijf -> art. 404 lid 1 Sv
    • Officier van justitie: hoger beroep staat open
    • Verdachte: hoger beroep indien niet van de gehele TLL vrijgesproken
    • Overtredingen -> art. 404 lid 2 Sv
    • Officier van justitie: hoger beroep staat open
    • Verdachte: hoger beroep indien niet van de gehele Tll vrijgesproken
    • Tenzij:  Toepassing van art. 9a Sr  Geldboete opgelegd van maximaal 50 euro

Bij 9a ben je niet van de gehele tenlastelegging vrijgesproken je krijgt alleen geen straf. Dus kan deverdachte op grond van art. 404 lid 1 Sv ook in beroep

Samenvatting strafrecht - Issue? Wat is de vraag? Rule? Welk artikel heb je nodig? Wat zijn de - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Saturnina Altenwerth DVM

Last Updated:

Views: 6184

Rating: 4.3 / 5 (44 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Saturnina Altenwerth DVM

Birthday: 1992-08-21

Address: Apt. 237 662 Haag Mills, East Verenaport, MO 57071-5493

Phone: +331850833384

Job: District Real-Estate Architect

Hobby: Skateboarding, Taxidermy, Air sports, Painting, Knife making, Letterboxing, Inline skating

Introduction: My name is Saturnina Altenwerth DVM, I am a witty, perfect, combative, beautiful, determined, fancy, determined person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.