Hoorcolleges strafproces - STRAF(PROCES)RECHT Mr. Dr. Sjarai lestrade HOORCOLLEGE 1 – INLEIDING VAK - Studeersnel (2024)

alle hoorcollege aantekeningen strafrecht

Vak

Straf(proces)recht I (JUR-2STR1)

999+Documenten

Studenten deelden 1649 documenten in dit vak

Universiteit

Radboud Universiteit Nijmegen

Studiejaar: 2023/2024

Aanbevolen voor jou

  • 37College-aantekeningen, Colleges Hoorcollege 1-11 Straf(proces)recht IStraf(proces)recht ICollege-aantekeningen100% (20)
  • 32Werkgroep aantekeningen en stappenplannenStraf(proces)recht ICollege-aantekeningen100% (7)
  • 56Alle Hoorcollege AantekeningenStraf(proces)recht ICollege-aantekeningen100% (7)
  • 41Uitgebreide college-aantekeningen, compleetStraf(proces)recht ICollege-aantekeningen100% (7)
  • 52Hoorcolleges Strafrecht 1, eerste half jaar 2011-2012Straf(proces)recht ICollege-aantekeningen100% (4)

Preview tekst

STRAF(PROCES)RECHT

Mr. Dr. Sjarai lestrade

HOORCOLLEGE 1 –

INLEIDING VAK

Strafrecht gaat over het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd.  Het formuleren van strafbare feiten  Het opsporen van strafbare feiten  Vervolgen van strafbare feiten  Berechten van verdachten  Executeren van straffen en maatregelenStrafrecht is NIET:  Dwangsom  Ontslaan medewerkers wegens grensoverschrijdend gedrag  Stadionverbod KNVB  Schade veroderen/vergoeden  Bekeuring wegens geen lciht op fiest  Belaasting betalen  Gebeidsverbod  Intrekken bouwvergunningStrafrecht is:  Publiekrecht, betrekking op relatie van de overheid tot de burger  Middel waarmee staat rechtsorde kan handhaven en rechtsgemeenschap kan beschermen  Door strafrechtelijke normstelling overheidsreactie bovendien gereguleerd  Strafrecht heeft dienende sociale functie tbv de samenleving -> Instrumentaliteit en rechtsbeschermingBinnen het rechtsgebied strafrecht bestaan subgebieden  Materieel strafrecht w2-  Formeel strafrecht w6-  Internationaal strafrecht w  Strafrechtelijk Sanctierecht wVERSCHIL SOCIALE NORMEN EN RECHTSNORMENNorm = regel omtrent gedragAlleen de normen die in de wet komen zijn de rechtsnormen.In het strafrecht verwoorden wij allerlei sociale normen (stellling Ter Heide en Hulsman), maar stelling Suringaen Remmelink-> strafrecht bestaat niet alleen maar sociale normen, primair regelrecht, maar strafrecht moetwel afgestemd zijn op de maatschappelijke opvattingen.

Niet elke norm is een rechtsnorm en niet elke rechtsnorm is een strafrechtelijke norm.Strafrecht bestaat niet uit het expliciet vastleggen van normen (bv. Gij zult niet stelen), strafrecht is het enkelvastleggen negatieve reactie op normschendend gedrag. Strafrecht koppelt een negatieve reactie aan eenhandeling/gedraging (bijv. art 310 Sr). -> negatieve consequentie die je aan normschendend gedragkoppelt = sanctie. Vastleggen van een negatieve reactie vanwege gedrag in strijd met een norm.DOEL STRAFRECHTPrimaire doel van strafrecht is leedtoevoeging. Er wordt een straf opgelegd, omdat je iets hebt misdaan.Typische wijze om een norm te handhaven. Leed wordt toegevoegd, omdat is misdaan, als reactie op louter hetenkele begaan van het delict.Hugo de Groot-> ‘’straf is een te lijden kwaad dat wordt aangedaan wegens een bedreven kwaad’’.Instrumentaliteit en rechtsbeschermingSTRAFRECHT IS TIJDSGEBONDENWat op een bepaald moment de normen zijn, hangt af van de het moment waarin je leeft.  Germaanse volken -> bloedwraak, ‘’oog om oog, tand om tand’’  Einde middeleeuwen -> publieke straf verdringt private eigenrichting, canonieke recht (de kerk)  Verlichting, Franse revolutie (18e eeuw) -> liberté, égalité, fraternité  Tot in 19e eeuw -> klassieke school, strafrecht = normatief juridisch  Halverwege/einde 19e eeuw -> strafrecht = (ook) concrete verklaringswetenschap o Er wordt hier meer naar de mens gekeken. Wanneer begaat een persoon een strafbaar feit o Italiaanse school (lombroso)  crimineel gedrag heeft te maken met je genen.  Je zou het ook aan je gezichtsuitdrukkingen kunnen zien o Franse school,  Fel tegen lombroso, criminaliteit heeft vlg. hen met je omgeving te maken. Bijv. Ben je arm of niet? wat  Moderne richting (10e eeuw/begin 20e eeuw) –“l’heredite est la mere du crime, le mileu est son pere’’  Autoritaire periode (1926-1950) -> repressie en afschrikking  Wederopbouw (1950-1970) -> soc. Rechtvaardigheid, EVRM o Brengt brede vragen over sociale rechtvaardigheid, waarom zijn bepaalden feiten strafbaar en andere niet?  Culturele revolutie (1970-1995) -> policing the police, rechtsbescherming. o Heeft een politie het wel goed gedaan? Wordt de verdacht wel goed behandeld?  Risicosamenleving (1995-nu) -> veiligheid, slachtofferrechten, instrumentaliteit. o Er kan meer geregeld worden en gecontroleerd. o Strafrecht is een instrument dat je kunt gebruiken om een veiliger klimaat te creëren.In de jaren 70 en 80 hadden we dus een veel sterke terughoudendheid. Waar wij nu juist meer focus op deinstrumentaliteit leggen.WAT IS STRAFWAARDIG ONRECHT?Strafrecht is eigenlijk het uiterste wapen dat een overheid kan inzetten.Von liszt over strafrecht: ‘’strafrecht is het beschermen van rechten door inbreuk op die rechten.’’

 Vergelding o Er moet voldoende begrenzing bestaan. Generale preventie o Als je weet dat iets met straf wordt belegd, zou dit je ervan moeten weerhouden dit strafbare feit te plegen.  Mensen plegen echter ook uit emoties en worden zo niet altijd weerhouden door de straf Speciale preventie o Doordat een betreffende persoon straf krijgt, zal hij er wel van leren. o Resocialisatie na een gevangenis straf. Reparatie o Genoegdoening aan het slachtoffer. Het slachtoffer heeft een veel belangrijkere positie gekregen binnen het strafrecht.BRONNEN VAN HET STRAFRECHT Wetteno Strafrecht Wetboek Sr Algemeen -> bijzondero Strafvorderingo Bijzondere wetteno Tenuitvoerlegging Wetten internationaal (EVRM, EU-recht) Jurisprudentieo Lagere rechtspraako HR -> check annotaties, dan is het belangrijko EHRMo HvJ EU Ongeschreven rechto Beginselen van behoorlijke procesorde Literatuuro Over de doctrine, de rechtsleerUITGANGSPUNTEN EN BEGINSELEN Legaliteitsbeginselo Materieel, geen straf zonder wet ‘’nulla poena sine lege’’o Formeel -> procesrecht vindt alleen plaats op basis dat de wet daarin voorziet Bekendheid van de straf waarvoor hij/zij vervolgd wordt. Recht op getuigenTAV DE RECHTER: Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid Onmiddelijkheidsbeginsel Externe openbaarheid (zie ook art 121 GW) Geen doodstraf (art. 114 GW)TAV VERDACHTE EN RAADSMAN

 Onschuldpresumtie en nemo tentur (zie ook art. 6 EVRM) Recht op vrijheid (art. 15 GW en art 5 EVRM) Recht op eerbiediging persoonlijke levenssfeer en huisrecht ( art 10 en 12 GW en art. 8 EVRM) Verbod op foltering (art. 3 EVRM en anti-folteringverdragen Recht om informatie (vgl. 27c Sv) Recht op rechtsbijstand (28 Sv; vanaf wanneer?) Recht op vertaling en vertolking Interne openbaarheid Hoor en wederhoorTAV OPENBAAR MINISTERIE Vervolgingsmonopolie en opportuniteitsbeginsel Beginselen van een goede procesordeo Vertrouwensbeginselo Gelijkheidsbeginsel (zie ook art. 1 GW)o Beginsel van zuiverheid oogmerko Subsidiariteit en proportionaliteitDE PARTIJEN BETROKKEN BIJ DE STRAFRECHTSPLEGING Politie OM Rechter Raadsman Burger VerdachteHet strafrechtelijke systeem als instrument van overheidspolitiek. Je hebt bevoegdheden die je KUNT inzetten.

HOORCOLLEGE 2 – STRAFBAAR FEIT EN LEGALITEIT (MARGOT)

Strafbaar feit 1. Gedraging onder bepaalde omstandigheden en eventueel met een bepaald gevolg (doen of nalaten) 2. Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving 3. Die wederrechtelijk is (in strijd met het objectieve recht) 4. En verwijtbaar is aan de verdachte  Daadstrafrecht  Wederrechtelijkheid  Verwijtbaarheid  LegaliteitRechtsbescherming door codificatie  Strafrecht= publiek recht

 Legalitetisbeginsel ook op rechtshandhaving gericht Legaliteitsbeginsel ook ten aanzien van straffenRechtsvorming in het materiële strafrecht en de verhouding tussen rechter en wetgever Materiële strafrecht wijst gedrag aan als strafbaar gedrag Gedrag verondersteld in strijd met maatschappelijke normen en waarden Verplichting wetgever Rol rechter?o Interpreteren en toepassen strafbepalingen en strafuitsluitingsgronden Rol openbaar ministerie Fundamentele verhoudingen in een democratie (triatleer) Bescherming burger -> inzichtelijkheid van de strafwet en de strafbaarheid van gedrag. Grammaticale interpretatie; wat betekenen de woorden van de wet Wetshistorische interpretatie; naar wetsgeschiedenis kijken Teleologische interpretatie; doel/ ratio van de wet Rechter en wetgever: dualiteito hR 13 juni 1995, NJ 1995/ is het afdwingen van een pincode een goed in de zin van art 317 lid 1 sro hr 23 mei 1921, NJ 1921, 564 m nt taverne is elektriciteit een goed dat je kan wegnemen (diefstal) AG: nee moet een stoffelijk object zijn HG: ja, vertegenwoordigd bepaalde waarde.Legaliteitsbeginsel= belangrijke pijler binnen systeem strafrechtelijke handhavingBiedt rechtsbescherming tegen: Onduidelijke of te vage strafbepaling ( onder andere als niet duidelijk is wat verwijt is dat verdachtewordt gemaakt) Te snel intredende strafrechtelijke aansprakelijkheid Ongeoorloofd straffen Strafbaar is slechts datgene dat tijdig strafbaar is gesteld Noopt wetgever tot alertheid bij nieuwe technische ontwikkelingen Tegelijkertijd; omdat de abstracte rechtsregels de orde oplossing voor het concrete geval zeldendicteren, is de rechter door uitleg, aanvulling en modulatie de schepper van de dor hem te nemenbeslissingBedenk voor jezelf:

  • Wat zijn ontwikkelingen die het legalitetisbeginsel onder druk zetten
  • Stelling: in het licht van het legaliteitsbeginsel verdient het wetboek van strafrecht dat ondankswijzigen in belangrijke make uit 1886 stamt terwijl er maatschappelijk technisch osciologisch enmoreel gezien veranderd.

HOORCOLLEGE 3 – VOORWAARDEN VOOR STRAFBAARHEID, OBJECTIEVE EN

SUBJECTIEVE ZIJDE V/H DELICT.

VOORWAARDE VOOR STRAFBAARFEIT
BEGRIP STRAFBAARHEID
  1. Een gedraging onder bepaalde omstandigheden en evt. net een bepaald gevolg (daadstrafbaarheid)

  2. Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving

  3. Wederrechtelijk is (in strijd met het objectieve recht)

  4. En verwijtbaar is een verdachteOBJECTIEVE ZIJDE STRAFBAAR FEIT: GEDRAGIINGEerste Voorwaarde voor strafbaarheid : gedraginga. Onderscheid tussen diverse soorten gedragingen...i. Simpelste vorm: ww. Die een handeling uitdrukkenii. Iets moeilijke: gevolgsdelicten (bijv. art. 287 Sr doodslag)iii. Nog moeilijker: het gevolg wordt niet aangeduid (bijv. 300 lid 1 Sr: mishandeling)

  5. Wat wordt er precies verstaan onder mishandeling?iv. Nalaten -> kan alleen strafbaar zijn als er van je verwacht wordt te handelen. (art.450 Srv. Verboden toestandANDERE INDELING Formele en materiele delicteno Handeling (formeel)o Gevolg (materieel) Commissie- en omissiedelicteno Handelen (commissie)o Nalaten (omissie)o Oneigenlijke (c)ommissiedelicten Bijv. Dat je wel een plicht hebt om te helpen, maar doordat je dit nalaat overlijddiegene -> dood door schuld. Normaliter een commissie delict, maar soms ook eenomissiedelict Misdrijven en overtredingeno Misdrijven (boek 2 Sr)o Overtredingen (boek 3 Sr)o Rechts delicten vs. wetsdelicten Doleuze en culpoloze misdrijveno Meestal opzet (dolus) als bestanddeelo Soms schuld (culpa) als bestanddeel (boek 3 titel XXI)OBJECTIEVE ZIJDE STRAFBAAR FEIT: WEDERRECHTELIJKHEIDDerde voorwaarde voor strafbaarheid: wederrechtelijkNiet al het gedrag dat onder een delictsomschrijving valt is strafbaar. Bijv. als je te hard rijd, maar er is sprakevan een noodsituatie, omdat je snel naar het ziekenhuis moest rijden. -> rechtvaardigingsgronden.Wederrechtelijkheid wordt veronderstelt aanwezig te zijn. iemand moet dan aangeven dat er wel eenrechtvaardigingsgrond aanwezig is. Wederrechtelijkheid is zo een element. Echter soms heeft de rechter nog

  6. Risico: de aanmerkelijke kans a. Reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid, algemene ervaringsregels

  7. Kennis: wetenschap van die kans

  8. Wil: bewust aanvaarden (op de koop toenemen) van die kans a. Verklaring verdachte (of getuigen over verdachte) b. Objectiveren: uiterlijke verschijningsvorm gedraging (contra-indicaties?) c. Normativeren (vergelijken met gemiddelde mens)Waarom heeft de opzet dan precies betrekking?Vuistregel: opzet is gericht op die feitelijke gedragingen die na het woord ‘’opzet’’ in de d. zijn opgenomen.Uitzondering: ‘’geobjectiveerde’’ bestanddelen.Waarom culpa als subjectief bestanddeel?Bijv. art. 307 Sr.Bij culpoze delicten gaat het om het gevolg. Enkel onvoorzichtig handelen is NIET strafbaar. Verwijt vanonvoorzichtig gedrag met ernstige gevolgen.Roekeloosheid is nog eens sterkere vorm van culpa, dat betekent dat je hiervoor ook nog extra gestraft kanworden.Culpa = verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid, onnadenkendheid, nalatigheid. Niet voorzien van mogelijke gevolgen waar men die wel had behoren te voorzien (onbewuste culpa) Wel voorzien van mogelijke gevolgen, maar ten onrechte vertrouwen op goede afloop (bewusteculpa) Roekeloosheid (strafverzwarend) -> extreem onzorgvuldig gedrag.Objectieve zijde: aanmerkelijk onvoorzichtig Was het gedrag aanmerkelijk onvoorzichtig (onafhankelijk van het intreden van het gevolg)? Behoorde de verdachte anders te handelen? voldoet gedrag aan toepasselijke norm of is het wederrechtelijk? Beoordelen aan de hand van geheel van gedragingen, aard en ernst en overige omstandighedenSubjectieve zijde: verwijtbaarheid Kon de verdachte anders handelen? Was de gedraging vermijdbaar? bij vaststelling van aanmerkelijke onvoorzichtig gedrag is verwijtbaarheid in beginsel gegeven tenzijstrafuitsluitingsgrondenSUBJECTIEVE ZIJDE STRAFBAAR FEIT: SCHULD ALS ELEMENT BIJ OVERTREDINGENBij overtredingen geen subjectief bestanddeel.Opzet: bewustzijn en wilCulpa: bewustzijn had er moeten zijn en de wil is er niet. Hier is sprake van bij heel onvoorzichtig gedragBij overtredingen staat er alleen een objectieve gedraging in de delictsomschrijving. Verwijtbaarheid is hier eenelement, het komt niet expliciet aan de orde.

Indien de delictsomschrijving wordt bewezen, wordt verwijtbaarheid verondersteld. Het kan zijn dat er eenomstandigheid is waardoor je uiteindelijk niet strafbaar bent. Dit komt tot uiting in strafuitsluitingsgronden.

HC 4 DADERSCHAP EN DEELNEMING

DE FYSIEKE GEDRAGING ALS BASIS VOOR STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID

1 e voorwaarde voor strafbaarheid: gedragingVoordeel fysieke gedraging als basis voor strafrechtelijke aansprakelijkheid?  Art 157 aanhef Sr: ‘’hij die.. sticht‘‘  Art 157 sub 1 Sr: ‚‘.. daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is’’.  Art 157 aanhef Sr: ‘’.....’’.Arrest vier schepen: ’’buiten handen mogen nooit meer dan drie schepen (...) naast elkaar liggen. -> het vierdebijkomende schip is strafbaar.Arrest drie fietsers: ‘’door handelen (...) verboden toestand veroorzaken. –> alle drie kunnen de verbodensituatie veranderen, dus alle drie strafbaar.Nadeel fysieke grdraging als basis voor strafrechtelijke aansprakelijkheid - Hr Wormerveerse brandstichting. -> met zijn tweeen beklimmen ze de ladder, maar maar één steekt de brand aan. Gaat die ander dan vrij uit? (stichten) - Hr containerdiefstal: regiseur van het geheel, maar heeft de containers niet zélf weggenomen (wegnemen) - Transport bedrijf hupsakee -> (het verstrekken van onjuiste gedragingen) - Mia -> (wegnemen)UITBREIDING VAN STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID: ALGEMENE VOORWAARDEN  1 ste voorwaarden: alleen in het geschreven recht (art 1 Sr)  2 de voorwaarden: voor alle delicten (boek 1 Sr)  3 de voorwaarde: duidelijkheid  4 de voorwaarde: vasthouden aan structuur strafbaar feit o -> er moet sprake zijn van uitwendig gedrag o -> inwendige verwijtbaarheidDEELNEMING AAN STRAFBARE FEITENTERMINOLOGIE  Pleger  Dader  Deelnemer  Medeplichtige  Zij die een strafbaar feit ‘’begaan’’

Weer een zeer beperkte omschrijving door wetgever in art 48 Sr.‘’het opzettelijk een ander behulpzaam zijn bij het plegen van een misdrijf.Opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van een misdrijf.  Ratio strafbaarstelling o  HR schalkenINCOMPLEETHR komt met overzichtsarresten voor het verschil tussen medeplegen en medeplichtigheid. HR Mevis ->overzichtsarrest medeplegen en andere deelnemingsvormen).3 verdachte, 2 scooters. 1 heeft de pistolen geregeld en is meegegaan, maar heeft niet bedreigt tot deslachtoffers en hun met de dood bedreigt. De andere 2 hebben dit wel gedaan. Het hof sprak van medeplegen,maar de HR stelde dat het ging over gedragingen die gelden voor medeplichtigheid: het op de kijk staan, hetregelen van alle middelen.HET SUBJECTEIF BESTANDDEEL BIJ DEELNEMINGEXPLICIET BESTANDDEELArt 47 lid 1 sub 2 Sr -> uitlokkingArt 48 lid 1 sub 1 Sr en sub 2 Sr -> opzetDe opzeteis kan beperkend werken. Indien A, B overhaalt om C te mishandelen. Maar B wilde C überhaupt weluit de wegruimen, hij ging dus veel verder. A kan alleen gestraft worden voor zover de uitlokking gaat en dusniet tot hoeveel verder B is gegaan.  Uitwendig gedrag: hoe lok je iemand uit en hoe werk je samen  Inwendig gedrag: je hebt hier ook opzet bij.EEN ANDER ZONDER SUCCES TRACHTEN TE BEWEGENJe kunt alleen maar medeplichtig zijn aan een strafbaar feit.Als je een ander probeert over te halen om een moord te begaan. Dan vindt de wetgever dit tot strafwaardig.Art 46a Sr. Je hebt wel alles in het werk gezet om die ander over te halen.VORMEN VAN DEELNEMING IN HET BIJZONDERE DEEL

Art 140 lid 1 en 140a Sr -> deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van (terroristische)misdrijven.Art 141 Sr _> openlijk in vereniging geweld plegen (juist omdat je iets samen doet kan het zwaarder gestraftwordenArt 306 SrArt 311 sub 4 Sr -> straf verhogende omstandigheid134a Sr141a SrFUNCTIONEEL DADERSCHAPHR Melk en WaterarrestDoen afleveren van verdunde melk -> ‘’afleveren’’ = zelf afleveren of bewerkstelligen dat wordt afgeleverd.Je gaat dan van fysiek daderschap naar functioneel daderschap. Gelet op de functie wil je de melkboervervolgen.Wanneer kun je dan als functioneel dader (de niet-fysieke dader) worden aangemerkt?Indien de gedraging redelijkerwijs aan hem kan worden toegerekend. Afhankelijk van de concreteomstandigheden van het geval.Wetgever laat invulling va cruciale onderdelen van het systeem van strafbaarheid aan rechter over.Is strafrechtelijk daderschap nog wel gebaseerd op het aanwijzen van fysiek gedrag als volledige vervulling vandelictsomschrijving.

WEEK 5: STRAFUITSLUITINGSGRONDEN. (LARS)

Aan de delictsomschrijving is voldaan, maar toch ben je dan niet strafbaar. Je kan je dan beroepen opstrafuitsluitingsgronden. Die strafuitsluitingsgronden corrigeren werking en bereik delictsomschrijving. Dit zijnuitzonderingsgevallen.In wetboek:Algemene strafuitsluitingsgronden: zijn opgenomen in boek 1. Ze zijn van toepassing op de volgende boeken.Bijzondere strafuitsluitingsgronden: gelden specifiek voor een bepaald geval (bijvoorbeeld: art. 296 lid 4 SR abortus, art. 293 lid 2 SR  euthanasie).

 Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigenof eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Jehoeft niet te lang te wachten, bij dreiging van gevaar levert het ook al een situatie op waarin je jemag verdedigen. Het belang van jou of die van iemand anders beschermen. Vaak door geweld.Verweer in nood, je mag aan zelfverdediging doen. Je moet je kunnen beroepen op de beginselen proportionaliteit en subsidiariteit. Je moetkiezen tussen twee dingen die allebei niet mogen en je maakt daarin de juiste afweging.c. Afwezigheid van materiële wederrechtelijk. Ongeschreven recht. In strijd met de wet, maar niet met de geest. Je moet het doel van de wetdienen. Hetzelfde doel wordt na gestreefd. Het doel dat in strijd is met de wet en het wettelijkkader moet het juiste doel hebben. HR- arrest: Huizer veearts:Art. 82 van de Vee-wet: strafbaar om je koeien in contact te laten komen met andere koeien.Gezonden koeien mogen niet in de ruimte komen waar besmette koeien hebben gestaan. VeeartsHuizer deed dit wel, want er was een ziektegolf over de dieren. Hij overtreden dus het wetsartikel.Maar door de wet te breken, zorgde hij er wel voor dat de koeien niet heel ziek werden (wat hetdoel ook van de wet was).2. Schulduitsluitingsgrond: Bijzondere reden die de verwijtbaarheid (opzet) wegneemt. Schulduitsluitingsgrond sluit deverwijtbaarheid uit.a. Ontoerekeningsvatbaarheid (art. 39 SR): Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de gebrekkige ontwikkeling ofziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan worden toegerekend. Als iemand eenpsychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijk handicap heeft en hierdoorhet feit niet kan worden toegerekend. Ontbreekt het aan de geestelijke vrijheid om de juiste besluiten te nemen en conform dit juistebesluit te handelen? Het ontbreken aan deze geestelijke vrijheid is niet een reden dat willens enwetens in de weg zit. Mensen die ontoerekeningsvatbaar kunnen dus nog wel willens en wetenshandelen, maar je kan het ze niet verwijten. Je kan hem dan geen straf opleggen. Verdachte kandan doelbewust en na afweging van de consequenties handelen. Als je inzicht hebt in dereikwijdte van je handelen, dan handel je willens en wetens. Culpa in causa: je kan je hier niet zomaar op beroepen. Je hebt schuld aan de oorzaak van deontoerekeningsvatbaarheid, dit schulduitsluitingsgrond gaat dan niet op. Jij bent zelfverantwoordelijk voor jouw geestelijke toestand. Je moet jezelf niet in die situatie brengen. Hetmoet echt aannemelijk worden gemaakt dat je dit moest inroepen.b. Psychische overmacht (art. 40 SR): Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen. Iemanddwingt jou tot iets te doen, bijvoorbeeld pistool tegen je hoofd. Dwang vanbuiten waar tegen jegeen weerstand kan bieden. Er is geen ruimte voor rationeel denken. Je krijgt een druk van buitenwaardoor je niet meer goed kan denken. Soms komt een mens in een situatie die zo dreigend isdat hij een strafbaar feit pleegt, maar die hem niet kan worden kwalijk genomen. Als je zo

onderdruk wordt gezet dat geen redelijk mens deze druk aan kan. Je kan de persoon nietverwijten dat hij zo heeft gehandeld. Je eigen juistheid kan niet boven de wet worden geplaatst.c. Noodweer- exces (art. 41 lid 2 SR): Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij hetonmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanrandingveroorzaakt. Als je in het noodweer te ver bent gegaan. Door de aanval ben je in paniek geraakt,hierdoor kon je niet meer helder nadenken. HR: arrest: Bijlmer noodweer:Het in bezit zijn van een illegaal wapen is geen reden om geen beroep te doen op noodweerexces.Als je niks anders hebt om je te beschermen, mag je met datgene wat je bij je hebt jezelfbeschermen.Vrouw schoot overvallers in hun borst. Zij was een professionele schieter. Zij had geen beroepkunnen doen op noodweer, want het voldeed niet aan de subsidiariteit (ze had een lichter middelkunnen kiezen, ze had niet op de borst hoeven te schieten).Toen deed ze beroep op noodweer- exces en dit ging wel op.d. AVAS (afwezigheid van alle schuld): Dit is ongeschreven recht. Staat dus niet in de wet. Dit is jurisprudentie schulduitsluitingsgrond.Hier helpt de rechter dus de verdachte, dus is het niet in strijdt met het legaliteitsbeginsel. Soms ishet zo dat je je niet als verdachte kunt beroepen op de psychische probleem aspecten die in deandere strafuitsluitingsgronden van toepassing zijn. Soms overtreed je de letter van de wet, maaris het jou niet te verwijten. Onder andere bij verontschuldigbare dwaling is dit van toepassing. Verontschuldigbare dwaling, verontschuldigbare onmacht, maximale te vergen zorg. Er zijnuitzonderlijke situaties waarbij iemand niet strafbaar hoort te zijn, daarom zijn deze dingenontstaan.HR- arrest: Melk en water:Gaat over een knecht die met een kar met melk langs de deuren gaat om de melk te voorkomen.Die boer had deze melk aangelijnd met water, maar die knecht wordt hiervoor vervolgd. Nu weetdie knecht aannemelijk te maken dat hij dit niet doet. De knecht wist van niks. De boer had hetgedaan. HR beoordeelde dat de knecht hier niks aan kon doen. Verontschuldigbare dwaling tenaanzien van de feiten. Er is dan een dwaling omtrent de feiten  verontschuldigbare dwaling tenaanzien van de feiten. HR- arrest: justitievolder:Verontschuldigbare dwaling ten aanzien van het recht, je weet dan niet dat iets strafbaar is. Ditverweer zou niet zo snel slagen. Kan alleen slagen als de dwaling is ontstaan door de overheid zelf.Je moet erop kunnen vertrouwen dat wat de overheid zegt ook klopt.

Rechtvaardig gronden, sluit de

wederrechtelijkheid uit:

 Het gedrag wordt dan vrijgesproken/

OVAR.

Schuld uitsluitgronden, sluit de

verwijtbaarheid uit:

 De dader wordt dan vrijgesproken/

OVAR.

Noodweer + Ontoerekenbaarheid

Als je moet kijken of iets strafbaar is, moet je in het begin naar de rechtvaardigingsgronden kijken. Als je al zietdat het hieraan voldoet, dan hoef je ook niet meer veder te kijken. Hij wordt dan al vrijgesproken of OVAR.Let meestal op proportionaliteit en subsidiariteit, kijk naar het plusje bij de schulduitsluitingsgronden. Proportionaliteit: belangenafweging. Staan de belangen met elkaar in verhouding? Moeten de belangenworden beschermd? Is het belang dat je wilt beschermen groter dan het wettelijk voorschrift? Subsidiariteit: er was geen redelijk alternatief om het probleem op te lossen. Hoever mag je gaan in hetbeschermen van je belangen?De belangen waar de persoon voor stond was te hard rijden of de kans dat zijn vriend dood kon gaan, want hijwas erg aan het schuimbekken. De persoon koos ervoor om te hard te rijden en dit was ook het beste belang,want anders kon de vriend doodgaan. Het belang wat hij beschermd was groter dan het wettelijk voorschrift(proportionaliteit). Er was ook geen beter alternatief, want het was rustig op de weg en er werd gezegd dat alsze later waren dat hij dood had kunnen gaan (subsidiariteit).De belangen die hij had was het beschermen van zijn eigen lichaam, of de kans om doodgeschoten te worden.Hij koos voor het belang van het beschermen van zijn eigenlichaam en dit is ook het beste belang, want anderskon hij doodgaan. Het belang wat hij beschermde was groter dan het wettelijk voorschrift. Er was ook geenbeter alternatief, want hij had geen schijn van kans tegen een wapen.

WEEK 6 EN 7: VOORBEREIDEND ONDERZOEK, ONDERZOEKSBEVOEGDHEDEN EN

VERVOLGING

FUNCTIES V/H STRAFPROCESRECHT

Bepaalde waarden moeten p een bepaalde manier geregeld worden -> is hier geregeld.  Hoofddoel: juiste toepassing van het materiele strafrecht mogelijk maken  Nevendoel: o Preventie o Voorkomen eigenrichting o Orde schepping o Genoegdoening  Een eigen functie voor het strafprocesrecht? Niet alleen een deinende functie? o Garantie van zekere rechtsbescherming tegen de overheid o Tegengaan maatschappelijke onrustSTRUCTUUR

  1. vooronderzoek (art 132 en 132a Sv) -> gematigd inquisitoir (de verdachte is voorwerp van het onderzoek)de verdachte is naar de verdachte toe, zij wordt soms dan ook onkundig gehouden.
  2. vervolgbeslissing: daagvaarding, sepot of buitengerechtelijke afdoening
  3. eindonderzoek -> gematigde accusatoir ( de verdachte is heir veel meer de drager van rechter, kan zelf veelmeer eisen stellen.
LEGALITEITSBEGINSEL SV

 Art 1 Sv: ’’ Sv vindt alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’’ o Onrechtmatig verkregen bewijs willen we niet in het strafrecht. Het beginsel geeft aan wanneer je bevoegdheden mag inzetten en geeft hier ook grenzen aan.HET BELANG VAN ART 1 SV KWAM NA VOREN IN DE IRT-AFFAIRE (1994-1996):Een team dat de grote criminele activiteit in kaart wilden brengen. Ze zeiden niet met opsporing bezig te zijn,dus het wetboek van Sv wel konden ontwijken. Het was zo niet zichtbaar wat de politie deed. De commissievan Traa ging heir toen onderzoek naar doen. Na aanleiding van deze IRT-affaire hebben er wetswijzigingenplaatsgevonden.Maar uit deze affaire blijkt dus dat er legaliteit en dus een grondslag moet zijn voor de opsporingsmethodendie ingezet kunnen/mogen worden door de overheid. Er moet ook sprake zijn van integriteit (proportioneel,subsidiariteit, geen uitlokking, verbod op doorlaten (art. 126 ff Sv).AARD VAN HET STRAFPROCESDualiteit tussen instrumentaliteit en rechtsbescherming tegenover elkaar. In hoeverre wil je een inquisitoir- enaccusatoir proces. En wie is er verantwoordelijk voor het verloop van dee processen (tijdens: onderzoek,vervolging, berechting)Indien je meer nadruk legt op de voorfase, zal je ook eerder een advocaat tot je beschikking moeten hebben. Jemoet hier al meteen meer rechten krijgen/toekomen. De relatie tussen de rol van de procesnemers en de visieop de aard van de strafrechtpleging is van belang voor een ieder.OPSPORINGArt 132a Sv “onder opspring wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare geiten onder gezag vandw OvJ met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen’’Indien opspring _> 1 SvVerslagleggingsplicht ‘’ten spoedigste’’ en ‘’ op ambtseed’’. Art 152 lid 1 sv EEN ART 148 LID 2 SvGezag en leiding bij OvJVerantwoordelijkheid OvJ werkt door bij berechting, art 359a SvDRIE DOMEINEN

  1. Activiteiten nav met redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is begaanJe mag indien je dit vermoeden hebt, beginnen met opsporing.Moeilijkheden ontstaan hier, omdat je bij het vermoeden van eigenlijk al iets van opsporing gedaan zalmoeten hebben. Er is al wel iets aan gedaan door ook ‘’poging tot’’ in het Sv te verwerken.Art 45 (poging) art 46 voorbereiding
  2. Activiteit navDomein 2 , Wet BOB, nieuw domeinOpsporingsbegrip werd verruimd. Ook in georganiseerd verband als bepaalde msidrijven wordengepleegd of beraamd, mag je optreden.Er zijn ook meer bevoegdheden bij gekomen in het wetboek: titel 5 boek 1 Sv. De OvJ heeft ookversterkt gezaf, zij verstrekt normatief gedrag.
Hoorcolleges strafproces - STRAF(PROCES)RECHT Mr. Dr. Sjarai lestrade HOORCOLLEGE 1 – INLEIDING VAK - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Delena Feil

Last Updated:

Views: 6186

Rating: 4.4 / 5 (45 voted)

Reviews: 84% of readers found this page helpful

Author information

Name: Delena Feil

Birthday: 1998-08-29

Address: 747 Lubowitz Run, Sidmouth, HI 90646-5543

Phone: +99513241752844

Job: Design Supervisor

Hobby: Digital arts, Lacemaking, Air sports, Running, Scouting, Shooting, Puzzles

Introduction: My name is Delena Feil, I am a clean, splendid, calm, fancy, jolly, bright, faithful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.